Iedereen kan stekken

Planten willen zich voortplanten. Dat doen ze met zaden en een deel van de planten gebruikt daarnaast nog andere manieren. Je kunt ze dan scheuren of afknippen en daarna stekken. Als je om je heen kijkt, zie je deze diverse vormen van vermeerderen overal. Er is veel variatie. Wat te doen!?

Het meest eenvoudige stappenplan

Kijk in de straat of er mensen met leuke planten zijn en vraag of je een stekje mag. Vraag tips en zet de plant later op ongeveer dezelfde plek (licht en regen) in je eigen tuin.

Hoe pak je het stekken en planten aan?
Dit is het eenvoudigste stappenplan.

  1. Welke plant is het?
    Maak een foto en gebruik de app: Plantnet. In Plantnet staan zowel inheemse planten als cultuurplanten. Je kunt ook oa Googlelens gebruiken, maar die is minder nauwkeurig.
  2. Zoek op internet uitleg over het vermeerderen van deze plant (en ook wat de plant nodig heeft en waar je die kunt planten). Kijk op een paar sites en haal daar de hoofdlijn uit.
  3. Ga aan de slag!
    Probeer het een keer. Is het niet het juiste seizoen? Zet de actie met de info in je agenda 😉
  4. Heb je teveel? Geef het kado!

Na een tijdje krijg je oog voor te stekken planten. Dan zie je de wortelstokken en afleggers. Het steeds dikker worden van de planten, die je dan in stukken kunt delen en uitdelen.

Even de diepte in

Eenvoudige indeling van planten
Je hebt planten die 1 jaar oud worden. Zij verspreiden zich met zaden.
Je hebt planten die twee jaar worden. Deze planten bloeien meestal pas in het tweede jaar en sterven daarna af. Na het eerste jaar kun je ze vermeerderen, verplanten of weggeven.
De meerjarige planten zijn het beste te vermeerderen en stekken. We noemen dit ook vaste planten.

Algemene tips
Ervaren stekkers delen planten het hele jaar en weten dan wat ze moeten doen.
Ben je beginner, start dan in de ideale scheur-, deel- en stekseizoenen.
Voor planten met kluit zijn de herfst en winter meestal de ideale plantseizoenen. Als de planten in rust zijn hebben ze alle voedingsstoffen in de wortels. In deze seizoenen is de grond vochtiger en drogen de planten minder snel uit. Als het lichter wordt gaan de planten op het juiste moment wortelen en groeien.
Voor afgeknipte plantdelen is het voorjaar het ideale seizoen. De plantdelen zitten dan vol groeikracht.

Manieren van vermeerderen van planten
Scheuren Haal de grote kluiten voorzichtig uit de grond en verdeel deze in kleinere delen. Soms kun je een stuk afbreken, soms gaat het beter met een snoeischaar of, voor grote kluiten, een spade. Zorg ervoor dat elk deel wortels heeft en verplant ze direct in de grond of in potten. Geef de planten na het scheuren goed water.
Voorbeelden: Geraniumsoorten, Sedum, Hosta, Bieslook, Lisdodde en varens en grassen zoals Zwenkgras. Kruiden: Munt, Salie, Oregano en Lavendel.
Stekken – Snijd (afhankelijk van de soort) een nieuwe gezonde tak, wortel, blad, of stengel van een plant af en zet dit in water of een potgrondmengsel om wortels te ontwikkelen. Dit kan in de lente bij veel meerjarige planten.
Voorbeelden: Rozemarijn, Salie, Clematis, Passiebloem, Fuchsia, Tomaat, Aubergine, Basilicum en Munt.
Delen Knollen en bollen kun je na de bloei uitgraven. Je haalt ze uit elkaar en plant in de herfst of winter de bollen en knollen op een andere plek of je geeft ze weg.
Voorbeelden: Knollen: Krokus, Boshyacint, Freesia, Gladiool en Crocosmia en de Aardappel.
Bollen: Tulpen, Narcis, Blauwe druifjes, Ui, Knoflook.
Afleggen – Sommige planten maken boven de grond uitlopers met nieuwe plantjes eraan. Als deze plantjes veel wortels hebben, kun je de uitloper doorknippen en de plantjes verplanten. Onder de grond kan een plant wortelstokken laten groeien waarvan op verschillende plekken nieuwe stengels uit de grond omhoog. Ook deze wortelstok met of zonder stengels kun je uitsteken en plant je 5 centimer diep in de grond.
Voorbeelden: Uitlopers: Aardbeien, Klimop, Bramen. Wortelstokken: Gember, Iris, Rabarber, Munt, sommige Varens.

Sommige planten hebben tijd nodig om zich te herstellen en kweek je eerst in huis, of in de schaduw, of in een potje, om de planten goed wortel te laten schieten. Als er geen kans meer is op vorst aan de grond, ga je ze planten.

Dit hele verhaal weerhoudt je er misschien van om te stekken, scheuren of delen en uitdelen. Met het eenvoudige stappenplan, bovenaan deze pagina, hoeft dat niet. Zet de acties in je agenda, probeer het en wees geduldig ;).

Boompje planten – tips

Keuze van een boompje en de plek

Als je graag een boom in je tuin wilt, dan heb je vast een voorkeur voor een boompje. Maar zo’n boompje heeft ook zijn eigen voorkeuren. Op de site van meerbomen.nu staat een lijst van alle inheemste bomen met heel kort wat een inheemse boom nodig heeft. Uitgebreide informatie vind je onder andere op: Bomenbieb.nl ; Bomenwijzer.be en Ecopedia.be.

Daarnaast moet je als boomeigenaar zorgen dat je een boom zo plant dat de boom geen overlast gaat geven en geen veiligheidsrisico voor de omgeving wordt. Als de boom later groot wordt, moet de boom voldoende ruimte hebben. Door regelmatig te snoeien zorg je ervoor dat een boom niet te hoog en breed wordt. Of je laat het bij een heg. Dat kan ook bij veel bomen, zoals een beuk, haagbeuk, veldesdoorn, meidoorn, hulst en taxus.

Boompje planten

Plant je boompje met zorg. Maak voor de boom of struik een goed breed en diep gat. Ongeveer een derde dieper en breder dan de wortels. Ga er maar vanuit dat er 10 centimeter grond bovenop de kluit moet. Vul het gat met vochtige losse grond en druk de grond zacht aan. Of gooi een plens water in de kuil en vul de kuil met losse grond. Staat een boompje alleen? zorg dan dat deze de eerste twee jaar wordt ondersteund door één of twee steunpalen.

Nazorg voor de zaailing met kluit of zonder kluit

Het is erg belangrijk dat de jonge aanplant genoeg water krijgt wanneer het een droog voorjaar is. Als de uitbottende blaadjes slap gaan hangen, geef het dan direct water. Blijven de blaadjes slap hangen, dan kun je de zijtakken terugsnoeien. De (beschadigde) wortels van de zaailingen kunnen dan voor voldoende watertoevoer zorgen en aangroeien.

Bomen en struiken die met kale wortels worden geplant (zonder kluit), hebben iets minder overlevingskans dan bomen en struiken mét kluit. Geef ze dan ook de tijd om aan te slaan! Als ze het eerste jaar nog niet veel uitlopen, wil dat niet zeggen dat ze dat het jaar erna niet alsnog doen. Heb geduld, bomen hebben de tijd.